Advocatenkantoor Ester - Home - Uw advocaat voor Hillegom, Bollenstreek en Haarlemmermeer

Home

jul 25, 2017

Procespraktijk; over het afwegen van kansen en mogelijkheden.


Hoger beroep of verzet? Bij procederen komt het aan op tactisch en strategisch denken, het onderkennen en inschatten van kansen en processuele mogelijkheden.

Categorie: Uit de praktijk
Ingezonden door: Ehran

Aan de formele kant van de procespraktijk wordt (te) vaak weinig aandacht besteed. Bevoegde rechters en rechtsmiddelen worden als vaststaande feiten gezien. Zeker bij juridische dienstverleners die niet of weinig procederen.

Niets is minder waar, soms zijn er meerdere invalshoeken en mogelijkheden. Als de zaak niet minnelijk opgelost kan worden, moet niet alleen naar de materiële kant (de inhoud) van het geschil gekeken worden, maar ook naar de formele kant: zijn er verschillende mogelijkheden, wat is de beste tactiek en wat levert de meeste kans op succes op?

Een goed voorbeeld daarvan is een recente uitspraak van de Hoge Raad, ons hoogste nationale rechtscollege, over de vraag of in een zaak verzet of hoger beroep tegen een vonnis open stond.

Kort gezegd, is het verschil als volgt:
- als een partij het niet eens is met een vonnis op tegenspraak, staat - behoudens uitzonderingen - hoger beroep open;
- als een gedaagde niet verschijnt (verstek laat gaan), volgt een verstekvonnis. Tegen dat verstekvonnis staat alleen het rechtsmiddel van verzet open.
Hoger beroep en verzet zijn verschillende procedures. Hoger beroep dient bij een andere (hogere) rechter en verzet bij dezelfde rechter. Het hoger beroep is een nieuwe procedure in tweede instantie, terwijl de verzetdagvaarding heeft te gelden als een conclusie van antwoord. Als het ware wordt de eerste instantie voortgezet.

Als er meerdere gedaagden zijn, bepaalt de wet dat indien tenminste één gedaagde wel èn de anderen niet verschijnen, tegen de niet verschenen gedaagden verstek verleend wordt, doorgeprocedeerd wordt tegen de wel verschenen gedaagde en het vonnis wordt beschouwd als een vonnis op tegenspraak; ook voor degenen die niet zijn verschenen. Duidelijk toch?

Maar is dat ook zo duidelijk als de wel verschenen gedaagde een regeling treft (en de zaak tegen die gedaagde wordt doorgehaald) en vervolgens vonnis wordt gewezen tegen de niet verschenen gedaagden? Naar de letter van de hiervoor weergegeven regeling zou het een vonnis op tegenspraak zijn, waartegen alleen hoger beroep mogelijk is.

Daar kan echter verschillend over worden gedacht. Daarin moeten dan ook (processuele) keuzes gemaakt worden, die aan de andere zijde ook (verweer)mogelijkheden creëren. Dat dit geen theoretische beschouwing is, blijkt uit een recente uitspraak waarin partijen over deze vraag debatteerden.

In die procedure waren drie partijen gedagvaard, waarvan twee partijen in eerste aanleg niet waren verschenen. De wel verschenen partij trof een schikking, waarna eiser de zaak tegen die gedaagde doorhaalde. Maar daarmee was de zaak niet af. De eiser procedeerde door tegen de niet verschenen gedaagden, waarna de Rechtbank die gedaagden bij verstek veroordeelde, waartegen zij verzet instelden. In die verzetprocedure wees de Rechtbank de vorderingen van eiser alsnog af, waarop die in hoger beroep ging.

In dat hoger beroep stelde eiser zich op het standpunt dat de Rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de oorspronkelijke gedaagden in hun verzet konden worden ontvangen. Immers, één van de gedaagden was verschenen en volgens de hierboven weergegeven regeling betrof het dus een vonnis op tegenspraak tegen de niet verschenen gedaagden. In dat geval staat hoger beroep (en geen verzet) open, aldus eiser.

Volgens de in eerste instantie niet verschenen gedaagden, lag het toch anders. Volgens hen is de regeling niet van toepassing als met de wel verschenen gedaagde een schikking wordt bereikt, waarna de procedure ten aanzien van die partij wordt doorgehaald. In dat geval is geen (eind)vonnis gewezen tussen alle partijen en is het vonnis ten aanzien van de niet verschenen gedaagden een verstekvonnis. In dat geval dient verzet (en geen hoger beroep) ingesteld te worden.

En zo is de regeling toch niet zo duidelijk als die in eerste instantie lijkt. Het Gerechtshof waar het hoger beroep diende, was er klaarblijkelijk ook niet zeker van en heeft de Hoge Raad verzocht duidelijkheid te scheppen.

En die kwam: ondanks dat één van de gedaagden wel verschenen is, is het een verstekvonnis. Redengevend daarvoor is dat de regeling beoogt tegenstrijdige vonnissen te voorkomen, waardoor voor “alle partijen” - dus zowel de verschenen gedaagde(n) als de niet verschenen gedaagde(n) tegen wie verstek is verleend - slechts het rechtsmiddel van hoger beroep openstaat. Daarmee wordt voorkomen dat tegen hetzelfde vonnis zowel een procedure in hoger beroep (door de verschenen gedaagden), als een verzetprocedure (door de niet verschenen gedaagden) kan worden gevoerd, met het gevaar van tegenstrijdige beslissingen. Dat gevaar doet zich in dit geval niet voor: de verschenen gedaagde neemt niet langer aan de procedure deel en alleen de procedure tegen de niet verschenen gedaagden wordt voortgezet, zodat het vonnis uitsluitend wordt gewezen tussen de eisers en de niet verschenen gedaagden. Het risico van tegenstrijdige uitspraken doordat zowel het rechtsmiddel van hoger beroep als dat van verzet wordt aangewend, is dan niet aanwezig.

Daarmee wordt nog maar eens bevestigd dat procederen een vak apart is. Bij procederen komt het aan op tactisch en strategisch denken, het onderkennen en inschatten van kansen en (processuele) mogelijkheden. Alleen vanuit ervaring is het mogelijk goed te adviseren over de juridische positie en mogelijkheden.

In Nederland mogen alleen advocaten optreden bij kwesties die beoordeeld worden door de Rechtbanken, Gerechtshoven en de Hoge Raad. Weliswaar is de inschakeling van een advocaat bij de kantonrechter (die beslist over relatief lagere vorderingen, huur- en arbeidszaken) niet noodzakelijk, maar de vraag dient zich voor of juridisch dienstverleners-niet advocaten de processuele mogelijkheden overzien en juist inschatten, zoals ik in een eerder column in Duin- en Bollenstreek into Business heb uitgelegd. En daarmee wordt goedkoop vaak duurkoop.

Procederen is een kernactiviteit van Advocatenkantoor Ester. Wij adviseren u dan ook graag over de mogelijkheden en kansen in een procedure. Ook over verzet of hoger beroep tegen een eerdere uitspraak.
artikel_naam: 

Onze Expertises

Bouwrecht

Advocatenkantoor Ester is thuis op het terrein van het bouwrecht. Niet alleen bij de grote bouwprojecten, maar ook bij de kleinere. Of het nu een groot of klein werk betreft,....

Huurrecht

De dagelijkse praktijk laat zien dat het huurrecht een ingewikkeld recht is. Er gelden verschillende regelingen voor verschillende vormen van huur. Zo gelden er andere regels voor...

Contractenrecht

Iedereen heeft dagelijks te maken met het sluiten van contracten, zowel ondernemingen als particulieren. Of u nu een overeenkomst met een afnemer of leverancier sluit, of een brood bij de bakker koopt.

Wanneer iedereen ....

Advocatenkantoor Ester Hillegom hamer