Als een onderaannemer tekortschiet in de nakoming van een overeenkomst met de hoofdaannemer is dit een toerekenbare tekortkoming (wanprestatie). In dat geval kan de hoofdaannemer de onderaannemer op grond van de tussen hen geldende overeenkomst aanspreken. Voor een vordering uit hoofde van wanprestatie is immers een overeenkomst noodzakelijk. De vraag dient zich geregeld voor of de opdrachtgever, die enkel een overeenkomst heeft met de hoofdaannemer, ook de onderaannemer kan aanspreken.
Als een onderaannemer tekortschiet in de nakoming van een overeenkomst met de hoofdaannemer is dit een toerekenbare tekortkoming (wanprestatie). In dat geval kan de hoofdaannemer de onderaannemer op grond van de tussen hen geldende overeenkomst aanspreken. Voor een vordering uit hoofde van wanprestatie is immers een overeenkomst noodzakelijk. De vraag dient zich geregeld voor of de opdrachtgever, die enkel een overeenkomst heeft met de hoofdaannemer, ook de onderaannemer kan aanspreken.
De Hoge Raad oordeelde dat dit onder omstandigheden kan op grond van een onrechtmatige daad van de onderaannemer.
Een korte schets van de door de Hoge Raad beoordeelde zaak: de opdrachtgever heeft aan de hoofdaannemer opdracht gegeven voor het realiseren van een kapverdieping, inclusief dak. De hoofdaannemer heeft het plaatsen van het dak vervolgens uitbesteed aan de onderaannemer, een dakdekkerbedrijf. Het dak vertoonde diverse gebreken en de onderaannemer gaat niet over tot herstel. De opdrachtgever vordert vervolgens rechtstreeks van de onderaannemer (het dakdekkerbedrijf) schadevergoeding; primair op grond van wanprestatie en subsidiair op grond van onrechtmatige daad.
Tussen opdrachtgever en onderaannemer is geen overeenkomst tot stand gekomen. Zoals hierboven al aangegeven, is voor een vordering op grond van wanprestatie een overeenkomst noodzakelijk. De primaire vordering strandt om deze reden dan ook bij het Gerechtshof. Volgens het Gerechtshof kan wanprestatie in de overeenkomst met de hoofdaannemer - onder omstandigheden - weliswaar een onrechtmatige daad jegens de opdrachtgever vormen, maar zijn er geen omstandigheden aangevoerd die tot het oordeel kunnen leiden dat van een onrechtmatige daad sprake is.
De Hoge Raad oordeelde echter anders. De vraag dient beantwoord te worden of de belangen van een derde (de opdrachtgever) zo nauw zijn betrokken bij de behoorlijke uitvoering van de overeenkomst dat hij schade of ander nadeel kan lijden als een contractant (de onderaannemer) in die uitvoering tekortschiet. Is het antwoord daarop bevestigend, dan kunnen de normen van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, meebrengen dat de onderaannemer de belangen van de opdrachtgever dient te ontzien door zijn gedrag mede door de belangen van de opdrachtgever te laten bepalen.
De onderaannemer zal dus in het algemeen - binnen bepaalde grenzen - rekening hebben te houden met de belangen van de opdrachtgever. Dit betekent echter niet dat een wanprestatie van de onderaannemer jegens de hoofdaannemer altijd een onrechtmatige daad oplevert. Of daarvan sprake is, is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval, zoals de hoedanigheid van de betrokken partijen, de aard en strekking van de overeenkomst, de wijze waarop de belangen van de opdrachtgever daarbij zijn betrokken en of deze betrokkenheid voor de onderaannemer kenbaar was, de vraag of de opdrachtgever erop mocht vertrouwen dat zijn belangen zouden worden ontzien, de vraag in hoeverre het voor de onderaannemer bezwaarlijk was met de belangen van de opdrachtgever rekening te houden, de aard en omvang van het nadeel en de vraag of van de onderaannemer kon worden gevergd dat hij zich daartegen had ingedekt. Voorgaande is in lijn met en een bevestiging van eerdere rechtspraak van de Hoge Raad.
Kort en zakelijk weergegeven dient dus beoordeeld te worden of de onderaannemer bij de uitvoering van de overeenkomst met de hoofdaannemer jegens de opdrachtgever (on)zorgvuldig te werk is gegaan en aldus heeft gehandeld in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Wanprestatie van de onderaannemer jegens de hoofdaannemer op zichzelf is voor rechtstreekse aansprakelijkheid echter onvoldoende. De bijkomende omstandigheden van het geval zijn doorslaggevend.
In de meeste gevallen zal het voor de opdrachtgever eenvoudiger zijn de hoofdaannemer aansprakelijk te stellen, die op zijn beurt de onderaannemer kan aanspreken. Maar er zijn zeker omstandigheden te bedenken (bijvoorbeeld als de hoofdaannemer insolvent is) waarin een vordering op de onderaannemer uitkomst kan bieden.
Advocatenkantoor Ester is thuis op het terrein van het bouwrecht. Niet alleen bij de grote bouwprojecten, maar ook bij de kleinere. Of het nu een groot of klein werk betreft,....
De dagelijkse praktijk laat zien dat het huurrecht een ingewikkeld recht is. Er gelden verschillende regelingen voor verschillende vormen van huur. Zo gelden er andere regels voor...
Iedereen heeft dagelijks te maken met het sluiten van contracten, zowel ondernemingen als particulieren. Of u nu een overeenkomst met een afnemer of leverancier sluit, of een brood bij de bakker koopt.
Wanneer iedereen ....